“Ach, het is maar werk…
Dat hoort toch ook helemaal niet leuk te zijn?”

Wat serieus?! Hoor ik dat nou goed?

Een kennis van mij zit thuis met een burn-out. Ze werkt al meer dan 15 jaar voor dezelfde werkgever maar nu is het genoeg. Ze droomde al langer van een ander leven. Maar ze is veel te lang doorgegaan. Keihard over haar eigen grenzen heen gestapt en nu heeft haar lichaam haar tot een halt geroepen.

Ondernemen lijkt haar wel wat. Een eigen bedrijf, op afstand werken als Office Manager.

Haar familie snapt haar ambitie totaal niet.

“Waarom doe je zo moeilijk? Werk hoeft toch helemaal niet leuk te zijn. Wie vind z’n werk nou echt leuk?”

Ongelooflijk! Op dat soort moment wordt mijn utopische wereldbeeld weer ruw verstoord…oh ja dat soort mensen bestaan. Het zijn dezelfde types die altijd een bak negativiteit op Social Media posten onder mijn advertenties of wanneer ik een nieuwsbrief verstuur.

Maar kennelijk bestaat de wereld tegenwoordig uit drie soorten mensen. De eerste is de groep mensen die zelfbewust zijn, op zoek zijn naar zichzelf en een manier om gelukkig(er) en gezond(er) te leven.

De andere groep is tegenovergesteld, ik noem ze “de vertragers”.  Zij zitten nog vastgeroest in oude patronen, overtuigingen en volgen liever de gebaande paden. Lekker veilig en lekker makkelijk. Vooral niet te veel over het leven nadenken. Hop, kop in het zand, niet zeuren en doorgaan.

En dan is er nog een groep die daar een beetje tussen hangt, de twijfelaars, degenen die zich niet meer comfortabel voelen, die het anders willen…maar niet durven of niet weten hoe.

Groep twee vormt vaak een gevaar voor de andere twee groepen. De “zelfbewusten” zijn inmiddels wel gewend aan negatieve reacties en hebben hun gelijkgestemden wel gevonden. Maar de “twijfelaars” daarentegen omgeven zich nog vaak met “vertragers”. Die houden de boel graag op en zetten de twijfelaars, keer op keer weer terug op hun plaats. Met uitspraken als:

Doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg

Een dubbeltje wordt nooit een kwartje

De schoorsteen moet wel roken hè

De rekeningen betalen zich niet vanzelf

Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd

Er moet wel brood op de plank komen

Niet alles kan leuk zijn

Je moet hard werken voor je geld

Je kunt “vertragers” herkennen in vrienden, familie, leraren of collega’s. Wellicht probeer je ze te negeren of verminder je het contact. Maar met familie kan dat niet zomaar.

Overtuigingen en adviezen die je als kind en zelfs als volwassenen meekrijgt zijn vaak supergoed bedoeld. Met name je ouders, ooms, tantes of grootouders willen je beschermen. Maar daarmee dringen ze hun eigen overtuigingen (onbewust) aan je op. Overtuigingen die waarschijnlijk helemaal niet meer geldig zijn voor jou.

Vaak wil je uit loyaliteit naar je ouders of familie trouw zijn aan deze overtuigingen. Omdat ze ouder zijn en meer levenservaring hebben, zullen ze het wel weten. Maar zij hebben hun eigen groei doorgemaakt. Ze zijn in een andere tijd geboren en hebben zich ontwikkeld vanuit een heel ander startpunt.

Jij zult altijd verder komen dan je ouders, dat is ook goed. Iedereen maakt zijn eigen ontwikkeling door. Maar jij start op een ander punt, in een andere tijd en andere wereld. Dus die oude overtuigingen zijn nu vaak helemaal niet zo valide meer. Sterker nog ze houden je enorm tegen in wat je wilt en kunt. Om stappen te gaan zetten naar het leven dat je echt graag wilt en om tot je volledig potentieel te komen.

Omgaan met negatieve reacties

Onderzoek eens voor jezelf welke tegeltjeswijsheden je mee hebt gekregen. Schrijf ze allemaal eens op en onderzoek ze dan aan de hand van de volgende vragen.

1. Van wie is deze uitspraak?

Was het je moeder die altijd zei dat je, als je als dubbeltje geboren bent en nooit een kwartje wordt. Of had zij het weer van haar vader of moeder, of opa of oma? Sommige overtuigingen gaan zo ver terug in de tijd. Dan weet je zeker dat het totaal niet meer van toepassing is voor jou. Het is ingesleten in jouw familielijn.

2. In welke situatie was deze uitspraak geldig of nuttig?

Moest je van je moeder of oma altijd je bord leegeten omdat het zonde was om iets te laten staan? Misschien heeft je oma de hongerwinter meegemaakt of was er een paar generaties terug veel armoede? In die tijd klopte deze overtuiging en was het helpend. Nu kun je zeggen, moet je echt alles opeten totdat je buikpijn krijgt?

3. Hoe is deze overtuiging van toepassing op jouw situatie?

Is het echt wel een goed bedoeld advies? Of kan degene die je met deze beperkende overtuigingen om de oren slaat jouw situatie niet helemaal goed inschatten. Iedereen geeft advies vanuit zijn eigen visie en situatie.

4. Klopt de overtuiging wel?

Probeer eens na te gaan: is het waar? Weet je zeker dat het waar is? Is het een helpende gedachte? Of houdt het je tegen op bepaalde vlakken?

5. Kun je er een positieve draai aan geven?

Mocht de overtuiging wel van toepassing zijn, kijk dan eens of je ‘m op een positieve manier kunt ombuigen. Zodat het een motiverende overtuiging wordt waar je wel energie van krijgt.

6. Kun je het naast je neer leggen?

Ben je erachter dat het een overtuiging is die niet geldig is voor jou, die heel wat zegt over je ouders of andere familieleden? Besluit dan dat het niets met jouw leven te maken heeft. Zet er een positieve overtuiging tegenover die wel helpend is en laat het los. Het heeft niets met jou te maken, want zoals met zoveel uitspraken: het zegt meer over de ander dan over jou.

Hoe ga jij zelf om met mensen die jouw ambitie niet begrijpen, die vinden dat werk maar werk is en puur bedoeld om geld te verdienen? Deel het hieronder met me in het commentaarveld!